zondag 6 november 2011

In dat moment

Tranendal in Oostenrijk
Schieten lachsalvo 's niets mee op
Wenen ligt elders
Om de hoek

Bij passanten voel je het
Niet zo
Immers buiten de grens
Van je stad

Maar onlosmakelijk aan u
Is de vloed van zorgen
De blauwgroene weelde
Ook

Trots als dageraad
Over bistro
Staak ik ferm
Al het andere

In de hoop
Dit nu eens vast te houden

dinsdag 1 november 2011

Muze

In een poging het tij
Rigoreus
Te keren
Bleek zijn wilskracht
Poreus

Om doelen binnen bereik
Te halen
Vroeg hij de hulp
Aan haar
Bleek zijn wilskrach
Als kalk
Te vestigen
Op pijpen van
Bestaan

Zijn stappen voorwaarts
Ononderbroken
Zit zij naast hem
Als ondertiteling van
Gemoed

Noemend haar
Muze
Keerde tij.

zondag 23 oktober 2011

Op de A2 loert file

Op die plek zit ze
afgesproken in licht
Verkeersopstopping
Haar gedachte
Als de vreemde toestapt.

Door de avond dansen lichtjes
Spotjes stof, draaien olijk
Fragiel als suikerspin
Met de vreemde.

In climax zit geen zonde
Bezoedeling van haar
Geschiedt niet.

Zo neemt de vreemde gedachten
Zet ze om in één

vrijdag 21 oktober 2011

Vicaris

Laat ik beginnen met je zilt verweerde haar.
Strooizand kleeft voor jou ook aan bruine benen
Net kippenvel lief

Ik proef je door mijn eten - warm met smaak bereid
Je verschijnt in alle smaken roze en blauw
Als rijp fruit lief

Ik hang dan ook in je haakse bochten over strand
Opspattend grind om de wangen doen jou ook zeer
Gelijkend mij lief

woensdag 19 oktober 2011

dag.

Met mijn vinger
strijk ik
de poppenkleertjes
die los hangen
om je

als enkele letter
op leeg formaat
gestanst
je typografie
karakter

gehurkt aanschouw
ik de miniatuur
leg hem teder
in stilte
stil ik je

natuurlijk
vanzelfsprekend
koester ik
als veraf, groener
kus ik je

vaarwel

Hier

daar vrees je
op de greppel
van zijn en blijven
en voelen
of weggaan

Daar doet alles pijn
en twijfel je
in desperate poging
je te hervatten
rechtop te zetten

daar in twijfel
daar in vrees

Daar woelend in dekens
in afwachting voor

daar in het einde
worstelend met
vlees en benen
die verkrampen
en ontspannen

en gerommel in je maag
daar.

Daar waar vrede niet is
kan zijn
kortstondig
als weelde

pijnlijk kan altijd
anders geformuleerd
daar

daar waar onlosmakelijk
desolaat is

daar waar jij dient te zijn

daar waar ik aan je denk

daar waar jij
antwoorden
en bevestiging
en rust
weemoed
biedt

daar waar we eten
en lachen en lol
en stadia door
stappen
daar

Daar waar eigenlijk
evangelie is
en zegt hoe
te

daar waar rollend
en grollend
tranen trekken

vanaf de kin
trillend daar

daar waar niemand
is waar jij posteert

je grond bewaakt
daar waar je vaststaat

Jij

daar waar liefde
is
en onzekerheid

daar toch
zie ik je daar.
Daar de glimlachende
Daar de zon die aura
Slaat om ziel om silhouet
Slaat dag hardhandig

Daar de nacht
Daar de glimlachende
Slaat zijn drank
Slaat op tafel

Daar ik
Daar de ander
Slaat brug
Slaat of tikt gedag

Notitie

Op mijn blaadje
In schrift
Westers
Losse woorden
Gekrabbel
Van een pen

Een datum prijkt
Maar lang geleden
Als een flatgebouw
Of korte vlammen

Het notoire roken
De pret van tanden
Berg met glijbaan
Een poosje sloofje

De zigeuner

Toen ik ophing
Maanden later
Was er cohersie
In ons gesprek.

Dit mijn notitie

Op een rieten stoel

Robijnrode middag
Je kent dat wel
Nog voor de schemer

Geroezemoes op straat
Bundels tekst in brij
Sierlijk geschreven

Alleen zit je
Met zonneschijn
Te wachten op aanspraak

Slokje drank
Haal je sigaret
Knie op knie geschoven

Nog een bestelling
Robijnrood


maandag 17 oktober 2011

Als tijdmanipulator

Ik manipuleer tijd
ben altijd wachtende
dagen duren langer

ik stop ze niet. Mijn wachters;
laat ze maar
sommige momenten

ze moeten in weelde
angstvallig vasthouden
afgooien wijs ik ze

uitkijken naar
er is altijd iets
wachters

zondag 16 oktober 2011

14-26

over mijn vingertoppen
glijdt een rustiek papier
van Couperus

het glas van mijn Iphone

de toetsen glijden weg

smelten samen
in woorden
als niets er toe doet

als je leeg bent

zondagmiddag

De band strakker om het hoofd
is er rust en liggen uitgestrekte uren
het hoofd loopt om
is op plekken geweest waar de klok
niet vechten kan

In het hoofd springen dansende boeken
betast de playstation drie
twitter en de leesstoel lonkt
als mooie vrouw

de douche druppelt nu al warmte
en het bed ambieert, weegschaal spelen
in het middaglicht van de rust
stoeit hoop voorrang

de sigaretten slopen sloom seconden
de koffie wisselt rode wijn van water
het been trilt op onrust en weelde
in het geding

waar huis lege trui is
en kamer verlaten station
in de hal waar afscheid heerst
denk ik alles te doen
subiet

afnemen

dat de koffie problematisch slap wordt
een soort meelbal in je mond
en dan slikken
terwijl mijn zoon aan het koord van de badjas balanceert
en mijn voeten in ski sokken warmte zoeken
ik had beter twee uur langer kunnen slapen

Dat ik toch voel,

de intrede van de winter
de blaaskaak -klasbak- onoverbrugbare afstand neemt
de koffie wordt thee
wordt water
lauw

beter lag ik twee uur langer in bed

zondag 9 oktober 2011

druif

In alle vroegte,
de ontaarding
schapenwolken
geklopt als slagroom
een kopje verse koffie
net knispert suiker
tussen de tanden
mierzoet
in het bitter

Tussen de dekens
vlinders

Tussen de lendenen
lust

tussen de vreemden
rust

tussen de letters
tussen de woorden
tussen de zinnen

honingzoet
de druif
tussen de dagen
in de droom.

woensdag 18 mei 2011

@aldusgeeraets

Onlangs schudde ik de hand
van Marian Mudder
in prachtig groen
de gelijkenis
was

op mijn gelaat te lezen
waar ik steden betrad
en treinen bekladde
was ik kind
en mikpunt
in een desolaat
groen
zo
klein
als
sprietjes
of vrede
zo broos
was ik angsthaas
en schaamte -ook in die toon

woensdag 27 april 2011

feestje

korte nietszeggende zinnen zwermen om me heen
de patriarch van de avond
trotseert ze allen
ze hangen aan flarden aan hem
weken los bij de minste zucht van wind
of slok drank (die welgeteld 4 in de minuut bedragen)

naast de stoel hoor ik plotsklaps een 'kapotte-klok-opmerking'
op dat ene moment sta ik -even- goed

maandag 25 april 2011

Naast u voel ik me nietig
weet mijn blik niet te ontspannen
ben akelig bewust van mijn houding
als slagschaduw treft u mij


Slechts naast u word ik onvast
drijf weg op een knisperende zee
aan aliminiumfolie- bewust, akelig
bewust van mijn houding

bid ik u dezelfde bus te nemen
dat ook u van boeken houdt
en van eenzame biertjes
met tenen in zand en Nina S.
die liedjes zingt

thans de priemende ogen
die borstjes tussen mijn schouderbladen
drukken- mijn stuwmeer
die sluizen opent

Voor mij is achteruit kijken
geen optie
en schrijf dit gedicht- indien
het die titel mag dragen
'slechts.
om u te imponeren
Het is adequaat opgehouden;
het zoemen in mijn hoofd
De onrust-van wie ik u beticht-

Mijn oren absorberen geen volume
Olifanten stampen niet op watjes
niet meer na de kanonslag

Het vel voelt goed
Rond de billetjes lubbert het
een centimeter of wat is over.

Prettig is het mevrouw prinses;
echter niet de ouderdom is schuldige
Niet onuitwisbaar
of wisselbaar
of oneindig
of een cirkel op een cirkel op een cirkel op een cirkel
of de avenues door New York
Of de konijnenlooop aan onlosmakelijk heidelandschap
of metaforen -Na de dood
of lezen van boeken in huilend licht
of de acné die je teistert in je slaap,
op je school, in je dromen, bij het zoenen, eten, vrijen, drinken, verlangen, kakken en dralen, het doen van de booschappen, je eeuwige eeuwige eeuwige brandende lust die zweet gutst over al je holtes van verlangen-
of als de man-tassendragend
slaafs doet; omdat hij wil en meer wil van al 't andere
of omdat hij de tekenen des schoonheid verkwanselt
of jij, sexy meisje- te hard praten en lachend uit onzekerheid
of de aandacht trekt, je blik, vasthoudt en niet meer laat gaan
of een bal die blijft rollen tot op de klinkerweg waar je maar 30 mag
of deuntjes in je hoofd die de neusholten prikken als ze zich laten afketsen in je schedel en het strottenhoofd in een stroom- tomtie-tom-tom-toom
of hapje eten in een vrij land, zoutloos maar gespekt van kritiek
of je weemoed, die weemoed die toeneemt
zo erg dat je het wegdrinkt en jankt, je knieën op de grond, je hoofd op een lege bank
of je ouders, gescheiden, hertrouwd
of bewust alleen
of zij die de tirannie van de godsdienst er in slaan bij blanco kinderen
of uw dood, waarvan ik ween
of de klasse die reflecteert op je zoete gesuikerde bril
zo teer/ broos
't aangemeten kapsel in perfectie opgebouwd stratenplan
de wegen naar uw centrum
of die lucht om speeltjes
driest rent
gallopeert bij de aanblik
van mij

Mevrouw prinses
zo werkt het niet.

dinsdag 5 april 2011

Dag

Dag,
onrustige
Je kunt niet stilzitten
Oom van de rust

Volgepropt decor
Maskering voor uw slechte
Acteerspel

De souffleur heeft het druk
Dakluikje in door het bot
Zegt nu links

Wolkendek met troep
Vliegt met windkracht 9
Tegen monoloog

Voor u geen rust
dag!

-Bas Geeraets

zaterdag 2 april 2011

Tijd voor de voorstelling

Beste Lezers,
Ik ben Bas, voor het gemak houd ik dat zo. Het is vandaag die zonnige zaterdag op
2 april 2011. (lees je dit in 2012) dan herinner je deze dag nog wel! Buiten stijgt het kwik naar hoogten die als aangenaam worden ervaren. Ik heb er vandaag in ieder geval moeite mee me in te denken dat ik een paar maanden geleden nog schuifelend over straat hobbelde, op mijn hoede dat ik mijn hoofd niet brak op aangekoekt ijs en bevroren drolletjes. gelukkig is dat uitgebleven.

Goed, gesteld is dat het vandaag stralend weer is. Wat doe ik dan binnen achter mijn laptop? Waarom ben ik niet met vrouw en kind naar de Efteling om daar te genieten van dit weer? Omdat ik, beste lezer, de tijd rijp acht mijzelf aan u voor te stellen. Er staan vele gedichten hieronder die geplaatst zijn zonder dat ik mijzelf heb voorgesteld. Gisterennacht kwam het mij over als onrechtvaardig. Eerst een sigaret opsteken en dan vragen of je wel mag roken, of schunniger, dat kan ook. Laat de strekking duidelijk zijn.

zoals hierboven reeds staat ben ik Bas, de leeftijd van 31 jaar, afgestudeerd beeldend kunstenaar en thans ambtenaar in dienst van het rijk. Het kan raar lopen. In 2005 ben ik afgestudeerd aan de academie voor beeldende kunsten (AKV St-Joost te Breda)en hetzelfde jaar ben ik begonnen als ambtenaar. Op dat moment waren daar moverende redenen voor en die lagen vooral in de huur van het appartement in de binnenstad van Den Bosch, en het eten wat ik elke avond liet brengen.

Inmiddels zijn we zes jaar verder. Met het kunstenaarschap, dan wel het beeldende aspect, ben ik het grootste gevoel kwijt. Ik kan me om deze reden dan ook geen kunstenaar meer noemen. Het beeld van de kunstenaar en zijn concepten en ateliers heb ik te romantisch ingeschat. Ik heb -zoals men dat noemt- geen pro-actieve houding. Overigens wil dit niet zeggen dat ik onverdienstelijk werk heb gemaakt. Maar heden ten dage is een kunstenaar niet meer het werk alleen. Het is een constant netwerk alwaar je op je hoede moet zijn, en altijd goed moet kunnen anticiperen en een groot inlevingsvermogen moet hebben in anderen. Ik ben daarofwel te egoïstisch voor of gewoon -misschien wel- een beetje laf en niet daadkrachtig genoeg. Ik val hier het kunstenaarschap niet mee aan, het is een prachtig bestaan, en met enige jaloezie volg ik de projecten van de kunstenaars die ik ken. Helaas alleen zijdelings.

Zoals vermoedelijk alle -aspirant- schrijvers heb ik altijd van literatuur gehouden, en dus ook van het schrijven. De verhalen van de middelbare school zitten in een grote koker op mijn atelier. In die koker bevindt zich een schrift met daarin mijn eerste stappen richting de poëzie. de Dodo Didus Eneptus-een hele mond vol dus- ooit geleefd maar nu gestorven. Nu ben ik een kleine 15 tot 20 jaar verder. Geen kunstenaar meer. Een ambtenaar in dienst van het Rijk. Maar dat schrijverschap, een korte column in gratis dagblad de Pers de stukjes voor collega's en de publicatie in Dansen op de maat van het ogenblik zetten mij aan het denken...
en dus denk ik voort.

Ik mag aannemen dat u hieraan voldoende hebt.

Hieraan wil ik tot slot nog toevoegen,
dat ik van u houd :-)

Bas Geeraets

woensdag 30 maart 2011

Boeken

Willekeurig voor u:

het Schervengericht
Logica voor idioten
Een geschiedenis van God

Magiër
Andy Warhol retrospektive
Tirza

American Psycho
Everything is Illuminated
Karakter

Varkensroze ansichten
Het dolhuis
Brave New World

Het verdriet van België
Jongensjaren
Post Office

Naked Lunch
Duel
Het lijden van de jonge Werther

Nooit meer slapen.

dinsdag 29 maart 2011

dan is het net anders

Lothar was mijn onbetwiste aardsvijand
synchroom voor een prototype D
van mijn vader

Goed is vaak een maskeringswoord
klaarblijkelijk gaat het kut
maar wil ik u dat niet zeggen


Tikkie-Takkie is de Catalaanse variant
van de variant van Sesamstraat
in België op nummer 1.

Waar niemand voorts aan denkt
dat het pseudoniem
van de nacht
het vertier is

zaterdag 26 maart 2011

tot op heden 2011

de 14 treden naar haar appartement;
-zij schone Lybische met Japanse roots
Waren loodzwaar.
Een vertakking van vredige regelmaat
verscheurd in marmer

De catheter uit haar deur
vloeiend de onhebbelijkheden van zondvloed

mijn schoenen -Ik noteer: splinternieuwe All-Stars
pijpen van mijn broek slobberde dorstig

Een paling in het water

De Iphone brak met bereik
wie ik ook nodig had
-DE CENSUUR SLAAT TOE-

niemand twittert mijn naam nog
google schrapt me
voordat ik bezwijk

tijdens mijn klim
naar haar stem -en mijn wereldvrede
smaakte paling nooit zo wrang

zaterdag 26 februari 2011

Het einde van de boekenwinkel

Het einde van de boekenwinkel is in zicht
In een labyrinth van kasten - verloor ik geur
de melange van Russische wodka aan klompen
-de eenvoudige boer met pokdalige neus-
Zuid-Amerikanen die in swingende Merengues een
hese stem, met gegroefd gezicht-een langspeelplaat-
waarop heupen wiegen door geglazuurde asfaltstraten-straten-straten die anderzijds gekraakt blijven hangen, plakken door hitte
'mañana'

de Noord-Amerikanen-want daar gebeurd het- met torenspietsen, opgestapelde neuroten conscentieus het karakter-de roman-en stiel hoger brengen

-ook te lezen op de 52ste verdieping-

Duitsche verboden literatuur, besmet beëindigd het start van het genre -of eeuwigdurende
géne!
Franse loodzwaar in de kelder en 't bassin
Goedgeluimde Vlamingen kwetteren in beleefdheid -ik heb u lief-
de man, vrouw, illustrator, drukker, de Dictator voor Dummies

Het einde van de boekenwinkel is in zicht

Alfabetische rijen opgedeeld in dwarsdoorsnedes
taal en tengere plankjes
van formaat

Het einde van de boekenwinkel is in zicht

Met machete door het oerwoud
zoekend naar verloren stammen van het werkwoord
-FANTASIE-
culturele antropologie links laten liggen
voor het gebrek aan reden

stappend door uw verhaal, en het uwe en die van u mevrouw
-wat zo prachtig is in bed- met uw robe op de grond, het verraad uw postuur nog net

Het einde van de boekenwinkel is in zicht

bij binnenkomst al
waar tafels uw serveren
ontbreekt het domino-effect


schuift u nog aan..

Ode aan Stanislov

de volgende ode - aan Stanislov
slaat nergens op
ik ken hem niet
nooit van gehoord
misschien een despoot
of ergens diep in de Kaukasus
HET standbeeld

De behoefte
een held te aanbidden
om
als
strohalm
op te stappen
te dansen en walsen
naar aanwezigheid

surrogaat Stanislov
soldaat staatspolitie
steenkolenhouder
chirurg
sexsymbool en masse
standbeeld

06:30

Uit de asresten van de vorige dag
klopte ik de deken van me af
trok de vouwen in mijn gelaat recht

in de kiem van de ochtend
konden wij slechts besprenkeld worden
met warm bruin wijwater

aangelengt met suiker en tabaksrook
rezen we op
wrikten luxaflex open
vast door korrelig slagroom

handen pakten voeten vast
op een stenen laminaatvloer

Voor het slapen gaan

Vingertoppen duiken in ijs
Haar koude lichaam
draagt balsem
aan tranen
aan benen
aan de snik

Knielend vraag ik
haar asem
haar lach
onderwijl
duiken vingers in ijs
voor het slapen gaan

beklag aan de glazen pindakaaspot

Soms is het op;
probeer je dat laatste restje
aan Pindakaas
met mes te lepelen
smeren op
volkoren

De woorden schaars
onsamenhangend en onlosmakelijk
aan elkaar verbonden
in niet-zeggen-heid

Ragfijne nagels
grijpen nipt naar
-het moment-
in cohersie
met wat je dacht

Het protesteert, proest
en proeft naar
een boterham
zwak-belegd

maandag 14 februari 2011

Open Sollicitatie

Meneer/ mevrouw
Ik zit hier stilletjes
Donkere kamer met een schemerlamp
Geen muziek, geen teevee
Geen radio
Krijsende kinderen
Kamelendrijvers
Sereen.

Op een stoel meneer/mevrouw
Gemaakt door iemand
Of iets wat capabel is
Ferm onder mijn billen
Met een kussentje
Ik heb het gemakkelijk
Beter dan kamelendrijvers
Sereen.

In alle ruste denkt u
Gemakkelijk ziet u zich voor me
Stilte.

Meneer/ mevrouw

Ik ben een Tahir-plein-strijder op mijn stoel Opkomend voor mijn recht Op een plein Nabij een piramide Maar wel in Nederland gebonden aan veertig regels, Een a4tje Een Curriculum Vitae
Met competenties een kader……………..een hoek/ afscherming als een onverslijtbare grens vastgeroest in een stoeprand de Duitse economie grondstoffen………………en het kind

Meneer/ mevrouw
Ik solliciteer zo graag
Naar een baan met geweten
Waar nog een grens overschreden kan worden.
Geachte meneer/mevrouw
Naar aanleiding van uw openstaande vacature
Wil ik zeggen
Dat ik van het plan ben
En van bloemetjes houd
En graag naar pornografische afbeeldingen kijk
MET sperma
Grote vrouwenbillen in katoenen ondergoed
Ik weet niet wat dat is

Neemt u mij aan

Meneer/ mevrouw,

Hoogachtend. En groetjes en mag ik nog even zeggen
U heeft mooie ogen mevrouw
En uw postuur is imposant
Maar magertjes in de wandel
gangen gebruiken kleur
of kunstenaar
in ’t kantoor…………dan schik je nog eens
over hebben

zondag 13 februari 2011

Voornemens

Dries laat zich niets meer wijs maken
de arrogante onder de geschikte
de futuristische climax
een denderende eclips van onvermijdelijke
zwarte gaten is nabij

apocalyptisch was een onderschatting
de zonden, tragiek van de dag, en weemoed
van dit moment en de geschiedenis
van de toekomst

Dries zet zich schrap
de hakken in het zand persend
de borst stuwend vooruit
de boeg van zijn schip

vanaf de top diens longen
zucht Dries
andermaal

donderdag 10 februari 2011

haar onmerkbare lach
waar wielrenners geen moeite mee zouden hebben


Bij het vertrek
waar ik haar gadesloeg
en bijziend zag
viel het kopje in stukken
tegen het hek
nabij de Alpen
Dat meisje links
staart uit het raam
met hele zware oogleden

De duimen drukken
gebouwen tot de grond
de vuurrode neusvleugels
druppen het laatste restje
aan kerosine

Ze volgt lantaarnpalen
tot aan thuis
waar ze duimen
in haar ogen prikt
en een scheet perst

op pagina 46

Staat een subtiel ode'tje
aan de biet generatie
van Keroe-ek en Burroos

Herlees ik Kampert
Moerakaamie
bestel Ferlinkhetti
twijfel over Poo

Onderwijl de leeslamp aan
staats
nabij
Bas Geeraets

zondag 6 februari 2011

traan maar
rode wijn'
over je blozende wangen
opengeslagen ogen
met ijzig koud licht
over avenue's
van angst

Zelden heb ik je zo gehaat
over de draad
en de stroken wit
naar het asfalt
achter de
laatst overgebleven
horizon
van ons samenzijn
op de kruising
nabij de
kathedraal

woensdag 2 februari 2011

gesprek

Op de vestibule links
liep een man mijn kant op
nam plaats op de bank

Ik bladerde wat verder
trok mijn kraag op

Wat denk je, vroeg hij me
Ik zei geen gedachten te hebben
hij zei, oh, dat voor een poëet
Hij nam een hap van beschimmeld brood

met een vale broek vol vlekken
gelijkend pastinaak
en gekookte witlof
zei ik de man u lijkt wel een maaltijd
















bovenstaand gedicht is opgenomen in de 100 beste gedichten van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd en staat gepubliceerd in de 'bloemlezing' dansen op de maat van het ogenblik

vrijdag 28 januari 2011

Terwijl ik rustig zit
en aan Giza denk
met piramides
en kamelen
en eten met veel vetweefsel
en kraakbeen
aan een van straatgeplukte duif

Aan de ogendokter
veilig in zijn bewaakte apartement
met een paramilitair als door man
met een flatscreen tv
op straatafstand
van the mall resideert

Denk ik automatisch
aan het verkeer
dat de aderen stopt
afklemt
afsterft
aan onze gids
en mijn vriend
die ik niet durfde aan te zien
toen het verkeer ook hem
opslokte
in zijn
onverzadigbare maag

Mo 't spijt me.
In haar Manilla van straten
waar olie pompt
joeg zij geestdriftig
naar wissewasjes
om een oorlog
te ontaarden

In haar pijpleiding
waar olie pompt
lag de kern
haar kwaad
de dictator
te slapen
aan zijn strop

En werd zij
(naam Manilla)
bezocht
als prostituee

zaterdag 15 januari 2011

hij was mijn vader
at gedomesticeerde honden
sporadisch een kat
een parkiet en de vissenkom leeg

Een onverzadigbare carnivoor
die vader van mij

De keffende hondjes
in de ijskast
ten spijt
was mijn vader
een aardige man
zachtaardig

vooral met het mes
Ik teer op mijn dronken jeugd
wakker gemaakt door een knisperende lucht

In een jeukbeen weerklinkt:
de pijn
oppervlakkig schaamrood
rondtrekkende zenuwen
met knapzak
dorstig

In het hoofd:
De mokerslag
een deuntje
de tekst
hiaten
dorstig

Op de telefoon:
14 berichten
twee gemiste oproepen
en 21 verzonden
dorstige wensen
aan jou

dinsdag 11 januari 2011

ooit ging ik naar Japan
In de bergen
de bomen inkt omrand
zo ook de rivier
de rots
het wolkendek

ooit ging ik naar Japan
waar kindjes draafden
tekeningen lieten zien

in handgebaren;
schikte de
matrozenpakjes
tekenend
dat het goed was

in de avonden
na de planken-schoenen
op de bamboemat
inkt omrand
met een kimono
in de hoek

lag ik stereo
te luisteren
naar thuis
op mijn I-pod

zondag 2 januari 2011

Het ruisende licht
benadrukt alleen
dat het koud is

De wind drinkt alleen
na zich te schuilen
in de kleine holte

De nevel rinst
de straten klam
met duizenden stappen

Zo houden ze zich bezig
wind waait
nevel in licht

door toedoen van de regenjas
in de halte van de nacht
stapte ik op haar af
als maanlicht