vrijdag 28 januari 2011

Terwijl ik rustig zit
en aan Giza denk
met piramides
en kamelen
en eten met veel vetweefsel
en kraakbeen
aan een van straatgeplukte duif

Aan de ogendokter
veilig in zijn bewaakte apartement
met een paramilitair als door man
met een flatscreen tv
op straatafstand
van the mall resideert

Denk ik automatisch
aan het verkeer
dat de aderen stopt
afklemt
afsterft
aan onze gids
en mijn vriend
die ik niet durfde aan te zien
toen het verkeer ook hem
opslokte
in zijn
onverzadigbare maag

Mo 't spijt me.
In haar Manilla van straten
waar olie pompt
joeg zij geestdriftig
naar wissewasjes
om een oorlog
te ontaarden

In haar pijpleiding
waar olie pompt
lag de kern
haar kwaad
de dictator
te slapen
aan zijn strop

En werd zij
(naam Manilla)
bezocht
als prostituee

zaterdag 15 januari 2011

hij was mijn vader
at gedomesticeerde honden
sporadisch een kat
een parkiet en de vissenkom leeg

Een onverzadigbare carnivoor
die vader van mij

De keffende hondjes
in de ijskast
ten spijt
was mijn vader
een aardige man
zachtaardig

vooral met het mes
Ik teer op mijn dronken jeugd
wakker gemaakt door een knisperende lucht

In een jeukbeen weerklinkt:
de pijn
oppervlakkig schaamrood
rondtrekkende zenuwen
met knapzak
dorstig

In het hoofd:
De mokerslag
een deuntje
de tekst
hiaten
dorstig

Op de telefoon:
14 berichten
twee gemiste oproepen
en 21 verzonden
dorstige wensen
aan jou

dinsdag 11 januari 2011

ooit ging ik naar Japan
In de bergen
de bomen inkt omrand
zo ook de rivier
de rots
het wolkendek

ooit ging ik naar Japan
waar kindjes draafden
tekeningen lieten zien

in handgebaren;
schikte de
matrozenpakjes
tekenend
dat het goed was

in de avonden
na de planken-schoenen
op de bamboemat
inkt omrand
met een kimono
in de hoek

lag ik stereo
te luisteren
naar thuis
op mijn I-pod

zondag 2 januari 2011

Het ruisende licht
benadrukt alleen
dat het koud is

De wind drinkt alleen
na zich te schuilen
in de kleine holte

De nevel rinst
de straten klam
met duizenden stappen

Zo houden ze zich bezig
wind waait
nevel in licht

door toedoen van de regenjas
in de halte van de nacht
stapte ik op haar af
als maanlicht