Waar ik gember sneed,
Met handen die rode peper proeven
En het zilt de dag tilde.
Daar is pruttelend jade,
In schittering van mijn hoofd
Je kunt zeuren over melancholie
Over de esoterische krachten
In het hoofd
Vanuit de ziel
Maar dit is anders
De lente
Het vermoeden
De drang voorwaarts
Dat ken je
Als hagelslag
Of je koffie
Thee
Waar ik peper sneed
Roken vingers naar gember
En jade rustig op mijn hand
Was ik buiten
Voor ik binnen was.
zondag 11 maart 2012
Abonneren op:
Posts (Atom)