vrijdag 30 juli 2010

uitgekauwd ligt de poëzie
als een mottenbaal
in de hoek van de straat te verpieteren
een kleinood
waar je tegenaan trapt
asl de gemeente veghel,
of het dorp waar jij je soms
miserabel en alleen voelt.

Een uilenbal misschien
want in de tijden van de grote
en de kleine
Vergilius en Alighieri
was er nog leven

Maar de wijze
vond de boekdrukkunst
misschien gelijk de zwerver
de mottenbal

als een meneer de uil
de poezie herkauwen
tot spuugdraden met botten

maar als uit DNA
een schaap kan komen
hernieuw ik
eenstaand
de poezie

dinsdag 27 juli 2010

Laat me toch
schreeuwde Antje
Jantje dacht niet meer
aan oversteken

Niettemiin zou hij zegevieren
opdat hij het kon
kon zwemmen
en varen en overtochten maken als geen ander

maar Antje weerhield Jantje
op het maken van zijn
oddysee

Het schrijven van zijn relaas
eindigde niet in de bagger
de grond
het slootwater dat stootte om de kin
de ogen in
hem zouden laten verdrinken

laat me toch zei Antje
terwijl ze verder wegdreef
op een provisorisch bootje
aan de kant van de lij
alwaar de zwartgesluierde
haar af kwam halen

jantje had geen mening meer
waar hij eers wilde staken
was nu geen uitvlucht meer
geen reden tot wachten en denken
geen reden om zichzelf te weerhouden
hijj zou weer houden van
en raken aan
terstonds sprong hij
van de witte kliffen
het wassende water haalde hem
naar beneden
door het slijk
de bagger
het onlosmakelijke water
vulde zijn broek
zijn zware klompen
zijn shirt
de ogen de neus de mond de maag
de longen

naast Antje in de boot
Lag Jantje geheel ontbloot

donderdag 22 juli 2010

huil maar lieve mens
ween om het verlies
of de onmacht
wat kunnen
behelst
met jou

lieve mens
ontuchtige
krijs het maar uit
aan dovemansoren
is noch geluid besteed
noch op deze plek'
rust

Als eens stilte
zo bewerkelijk
ben jij

dinsdag 20 juli 2010

Zojuist
Na 2 ½
Uur
Opsommingen
Van foto’s
Die flitsten
In bewegingen
van 1,3 seconden
Had ik het gehad

Een reuzenpad
Die gespietst
Onder water
Een cycloop
liet bloeden
onderwijl
er op land
Een schimmige
Donkerte zich
In de lucht vormde
Die met zich meebracht
Een vliegtuig
Voor de vracht
En die alles liet vallen
In een vlammenzee
Terwijl er een boot
Zonk naar de diepte
De zee in
Tegen het licht van
Dit alles
Was hij er nog altijd
Geladen met een
Futuristisch geweer
Die tevens als zwaard
Diende
Hij stak en schoot
Zijn vijanden
Terwijl hij grapjes
Maakte om
De vrouw
Die duidelijk
Gered moest
Worden gerust te stellen
Immers waren er slechts drieduizend
Vijanden
Die varieerden van trollen
Tot dwergen
En elfen op
Paarden
En reuzenpadden
Cyclopen
Draken
Pratende beren
En blauw getinte leeuwen
Met drie hoofden
En evenzoveel tanden
Maar vlijmscherp
De vrouw die
De situatie duidelijk
Inschatte
Als de fout van de man
Krijste als een vale kraai
Naar de man
In uiterste paniek
Koortsig als een hysterica
In een gemiddelde Dostojewski
Na een wissewasje
De flauwte haar nabij
Maar in deze tijd
Had ook zij de
Hoofden van een
Blauwe leeuw
Afgehakt
De cycloop ondertussen onder
Water
Had de poten van de pad
In zijn mond
En het beest onder water
Was als een geamputeerde
Aan het kermen
Totdat het schip
Hem bedolf
En tegen de modderige vlakte
Aanduwde
De cycloop
Stak zijn armen in het vuur
Dat midden op
Zee zijn toevlucht had
Genomen
En kennelijk vluchtte
Van het kabaal
Die een luchtdruk vormde
Om het vuur te doven
Het vliegtuig
Parkeerde zijn rotoren
Midden in de rug
Van het eenogige kolossale
Gedrocht
Het oog vloog
Romantisch
(en gelukkig even vertraagd)
Door het beeld
Recht op de drie D
Toeschouwers af
Waar sommige
Schreeuwden
En anderen dubbel
Lagen
De held had ondertussen
Een draak
Kunnen bemachtigen
Natuurlijk
Bereed hij het beest
Alsof het een
Makke ezel was
Die wist
Hoe de last te dragen

de overwinning was
nabij
zeker toen
het elitekorps der koning
het vliegtuig uitkwamen
en bepakt en bezakt met wapens
die inventief
Leonardo Da Vinci- achtig
Voorkwamen op mij
Maar afstaken tegen
De periode
Van vliegtuigen
Met rotoren

Dit was het omslag punt
Bij elke slag in een beest
Stond het beeld even stil
Benadrukte dat deze
Toch echt doodging
Kijk maar
*Sploink*
Gutsend waren
Evenwel
Heel veel onsmakelijke
Dingen te zien

Aan het begin van de film…… Rond minuut tien.

donderdag 15 juli 2010

Onlangs vroeg ik me af
waar al die sirenes
het bestaansrecht
toch vandaan hadden

In een semi-stad
of gewoon een
plek waar je
niet gestorven
wil worden
gevonden
of
in het geheel
niet
wil sterven
uitmergelen
en rouwen
boodschappen doen
eten
wandelen
nadenken
verblijven
uittreksels uit de GBA
opvragen
pissen
slapen
of Uberhaupt zijn

Onlangs dacht ik dat
dus
waarom zovele sirenes
zwaailichten
en verstoorde nachtrust

Ik vroeg het mijn vrouw
die mij van repliek
diende
in de vorm van
waar ik des godesnaam
en zijner engelen der vergelding
aan dacht

aan sirenes dus
en waarom niet gewoon
1 in de maand
waarom gelijkend
een serie
te New York
LA
of mijn part
dat eeuwig vergulde
BERLIN

Het antwoord
ontfutselde ik haar
niet meteen
later overigens
ook niet
dat gespreksonderwerp
was immers afgesneden
als de kont van een ui
alvorens de versnippering


Alles bleef onbeantwoord
tot ik liep
langs het bejaardentehuis
alwaar op de
zogenaamde Parking

een bushalte vond
louter aangelegd
voor de dood.