zondag 4 april 2010

No. 1.

Omdat hij me als veelvraat ziet
een soort stoomlocomotief
of een oplegger
probeerde ik te minderen

de ochtend ging prima
maar eenmaal buiten in de bourgeoisie
het geluid van trippelende hakjes
en voorbijstampende kindervoeten
werd het me te veel

In een steegje wachtte ik op een passant
Mijn gestalte deed het dametje schrikken
ze krijste hard, weende urine van angst
de idee was me in te houden

Geen opmerkingen:

Een reactie posten